Wat mag dat zijn?
Gebruik de actieve voedingsdriehoek als menu: een graanproduct levert niet alleen energie (uit koolhydraten) maar ook vitaminen en mineralen. Geef de voorkeur aan bruine of volkoren broodsoorten. Zij bevatten meer voedingsvezels.
Smeer een mespuntje vetstof per sneetje brood. Dat levert de nodige vetoplosbare vitaminen (vooral A en D) en essentiële vetzuren. Kies voor smeervetten die rijk zijn aan onverzadigde vetzuren. Je herkent ze doordat ze zacht en makkelijk smeerbaar zijn, ook wanneer ze uit de koelkast komen.
Beleg: neem één laag beleg voor twee sneden brood. Je kan kiezen uit hartig en zoet beleg, maar ook groenten en fruit bieden veel mogelijkheden. Breng extra kleur, smaak en knapperigheid in je lunch: groenten zijn hiervoor ideaal. Als rauwkost, als beleg of in de vorm van een kom verse groentesoep. Een drank, bijvoorbeeld water, koffie of thee (bij voorkeur zonder suiker). Een glas halfvolle melk of karnemelk mag ook. Wat met frisdranken, bier en wijn? Liever niet en indien toch bij gelegenheid, dan niet meer dan één glas.
Een dessert bij de lunch? Dat kan. Maar kies bij voorkeur voor een stuk vers fruit of een melkproduct (bv. yoghurt, pudding) of een calciumverrijkt sojaproduct.
Een gezonde lunch (tweede broodmaaltijd/koude maaltijd) brengt zo’n 600 à 750 kcal aan. Dat is ongeveer 30% van de gemiddelde aanbevolen energiebehoefte per dag.